Lectines
Lectines zijn glycoproteïnen die in hoge concentraties voorkomen in de meeste zaden van droge peulvruchten (linzen, bonen, erwten), maar ook op grotere schaal in de natuur (andere plantenfamilies, schimmels en dieren). Lectine is een verzamelnaam voor eiwitten die verschillen van antilichamen en enzymen, en specifiek suikerketens herkennen en zich eraan binden. Elke lectine herkent verschillende suikerketenstructuren en van verschillende lectines is bekend dat ze specifieke suikerketenstructuren herkennen, zoals mannose, galactose, siaalzuur en fucose.
Ze zijn betrokken bij verschillende biologische processen, bij de herkenning tussen cellen (bijv. immuunreacties, infecties). Dankzij deze eigenschappen worden lectines gebruikt in de biotechnologie en biomedische diagnostiek. Hier volgen enkele voorbeelden van toepassingen met lectines:
- Hematologie: bepaling van bloedgroepen door agglutinatie van erytrocyten met lectines
- Neurologie: anterograde tracering van efferente axonen met PHA-I lectine
- Virologie: In vitro remming van HIV-1 door bananen lectine.
- Biochemie en proteomica: studie van glycoproteïnen (antilichamen, cytokinen, hormonen, enz.) Lectines worden gebruikt om de glycoproteïnen waarmee ze binden te zuiveren en te detecteren.