Gliomen zijn het meest voorkomende primaire neoplasma van het centrale zenuwstelsel en kunnen opvallend verschillende klinische gedragingen en reacties op therapie vertonen. Het onderscheid tussen de verschillende subtypen is vaak niet perfect, met aanzienlijke inter-observeringsvariabiliteit. Hoewel er pogingen zijn ondernomen om klinische en histologische kenmerken te definiëren die correleren met een gunstige prognose, is er geen enkele voldoende betrouwbaar gebleken voor het voorspellen van de respons op adjuvante chemotherapie. Deleties van de regio 1p36.32 met inbegrip van het TP73-gen (tumoreiwit 73) en deleties van de regio 19q13.33 met inbegrip van de genen GLTSCR1 en GLTSCR2 (glioma tumor suppressor candidate region genes 1 en 2) worden vaak gemeld in gevallen van gliale tumoren. De meest gebruikte sondeparen zijn commercieel verkrijgbaar, gericht op 1p36/1p25 en 19q13/19p13. De 19q13/19p13 probes zijn ontworpen voor detectie van het kopiegetal van 19q13 deleties of de 19p13 regio in neuroblastomen en gliomen.