Fascine is een actine cross-linking eiwit en induceert parallelle actine bundels in cel protrusies en cel motiliteit na de vorming van lamellipodia of filopodia. Fascine is detecteerbaar in dendritische cellen in normaal en tumorweefsel, Reed-Sternberg-cellen, nodulaire sclerose-varianten, gemengde cellulariteit en lymfocytendepletie bij de ziekte van Hodgkin, terwijl het niet detecteerbaar is in lymfoïde cellen, plasmacellen en myeloïde cellen. Anti-Fascine is nuttig om onderscheid te maken tussen Hodgkin- en niet-Hodgkin-lymfoom. Aangezien Fascine afwezig is in neoplastische follikels bij folliculair lymfoom, is Anti-Fascine nuttig om deze lymfomen te onderscheiden van reactieve folliculaire hyperplasie, waar het aantal folliculaire dendritische cellen normaal of verhoogd is.

Gezien zijn primaire functie bij het induceren van membraanuitsteeksels en het verhogen van de celmotiliteit, naast het dienen als marker voor de identificatie van HL en dendritische tumoren, is aangetoond dat overexpressie van fascin gecorreleerd is met ziekteprogressie in verschillende soorten menselijke tumoren, waaronder long-, eierstok-, borst-, pancreas-, slokdarm-, maag-, colon- en huidkanker.