Affiniteitsharsen voor glycobiologie

Affiniteitsharsen voor glycobiologie

 
 
Affiniteitschromatografie berust op de specifieke en reversibele binding van een eiwit aan een ligand dat gebonden is aan de matrix, die dan een affiniteitshars wordt genoemd. Het ligand kan rechtstreeks binden aan het eiwit van interesse of aan een tag die covalent aan het eiwit is gebonden (histidine, GST ...). Affiniteitschromatografie is vaak de meest robuuste zuiveringsprocedure en wordt meestal gebruikt in de eerste fasen van het zuiveringsproces. Afhankelijk van de downstreamtoepassing kan affiniteitspurificatie de enige chromatografische stap zijn die nodig is om voldoende zuiverheid te bereiken.
 
De eiwitten kunnen door middel van affiniteitschromatografie op een selectieve of niet-selectieve manier worden gezuiverd. Bij selectieve affiniteitschromatografie wordt een ligand gebruikt dat specifiek is voor een covalent gekoppeld eiwit of label. Bij niet-selectieve affiniteitschromatografie, zoals proteïne A, G, L voor immunoglobulinen, of heparine voor DNA-bindende eiwitten, of lectine voor glycoproteïnen, bindt het ligand aan een groep eiwitten met vergelijkbare bindingsmogelijkheden.