De meeste epitheliale tumoren worden gekenmerkt door functionele activering van groeifactoren die werken op receptoren van de EGFR (epidermale groeifactor receptor) familie. EGFR is een tyrosinekinase transmembraanreceptor, een lid van een familie van vier structureel verwante eiwitten.

Het is een eiwit met intrinsieke tyrosine kinase activiteit. Het heeft overeenkomsten met de insulinereceptor .Het behoort tot de RTK-receptorfamilie met tyrosinekinase-activiteit. Het gen is de EGFR die op menselijk chromosoom 7 ligt.

Mutaties van deze receptor in niet-somatische cellen worden in verband gebracht met verschillende vormen van kanker, met name borst- en longkanker.

Tumoren met een EGFR activerende mutatie zullen effectiever worden behandeld met tyrosinekinaseremmers dan met chemotherapie. Daarom is het belangrijk deze mutaties te identificeren om de meest geschikte behandeling te kunnen bieden. Afhankelijk van de mutatiestatus van de tumor, zal de dokter een andere behandeling voorstellen.

Monoklonale antilichamen tegen de EGF-receptor (cetuximab, panitumumab en matuzumab) van kleine moleculen (tyrosinekinaseremmers zoals gefitinib, erlotinib, afatinib, osimertinib en rociletinib) worden gebruikt bij de behandeling van bepaalde vormen van kanker.