Moleculaire eigenschappen van stamcellen
De moleculaire eigenschappen van stamcellen variëren afhankelijk van hun type en oorsprong, en worden gekenmerkt door cellulaire plasticiteit. Stamcellen kunnen zich differentiëren in verschillende gespecialiseerde celtypen. Dit betekent dat een stamcel aanleiding kan geven tot cellen van verschillende cellijnen, bijvoorbeeld een hematopoëtische stamcel kan differentiëren in rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes, en door zelfvernieuwing hebben ze het vermogen om asymmetrisch te delen, waarbij ze zowel een identieke kopie van zichzelf produceren (om de stamcelpopulatie in stand te houden) als een gedifferentieerde dochtercel (om gespecialiseerde cellen te genereren). Dit zorgt voor het behoud van de stamcelpopulatie en maakt de continue productie van gedifferentieerde cellen mogelijk.
Stamcellen brengen vaak specifieke oppervlaktemarkers tot expressie die hen onderscheiden van andere celtypes. Zo brengen menselijke embryonale stamcellen markers als OCT4, SOX2 en NANOG tot expressie, waardoor ze actieve epigenetische mechanismen hebben die genexpressie beïnvloeden. Hierdoor kunnen ze een ongedifferentieerde toestand handhaven of differentiëren als reactie op omgevingssignalen. Ze worden gekenmerkt door mitochondriale plasticiteit, die hun metabolisme en functie beïnvloedt en een belangrijke rol kan spelen in hun zelfvernieuwing en differentiatie.
Sommige stamcellen kunnen migreren naar plaatsen van verwonding of nood, waar ze kunnen deelnemen aan de regeneratie van beschadigd weefsel. Ze kunnen communiceren met hun omgeving en met andere cellen via signaalmoleculen, die hun gedrag en differentiatiebeslissingen kunnen beïnvloeden, en ook de regulatie van genexpressie door transcriptiefactoren.